Zeeuws-Vlaamse 'poepuil' heeft het moeilijk

Natuurbeschermingsverenigingen De Steltkluut en ‘t Duumpje maken zich zorgen: sinds 2015 is het aantal steenuilen in Zeeuws-Vlaanderen met 21 procent afgenomen.
Zo’n 40 vrijwilligers van beide verenigingen brachten het aantal steenuilen in kaart, meldt OZ. In 2015 werden nog 348 steenuilen geteld en nu zijn dat er nog maar 275. Afgelopen zomer werden er 300 broeparen geteld. In 2003 waren dat er nog 100 meer. 

Helpen
De oorzaak van de afname zit hem onder andere in het verkeer:  jonge uilen worden nogal eens aangereden. Ook nieuwbouw en sloop van oude gebouwen verkleint hun leefgebied. Steenuilen huizen graag in oude gebouwen, maar ook bijvoorbeeld in knotwilgen, en ook dat aantal neemt steeds verder af op dit moment.
Wat kunnen we doen om de uilen een handje te helpen? Nestkasten plaatsen, knotwilgen planten en houtstapels laten liggen: dat geeft beschutting én het trekt kleine prooidieren aan, waardoor steenuilen makkelijker aan hun voedsel kunnen komen. 

Schijterd
In Zeeuws-Vlaanderen noemen we steenuilen ook wel poepuilen. In de zomer is hun ontlasting dun, omdat ze dan vooral wormen en insecten eten in plaats van bijvoorbeeld muizen. Daar krijgen ze diarree van en dat dat kan een flinke smeerboel veroorzaken.