Een enkele zeehond gaat wel eens op ontdekkingsreis en arriveert dan in de haven van Terneuzen. Zeldzaam, maar het gebeurt! En dan speelt soms een echte hond met een zeehond aan het water. Het gaat om de gewone zeehond in de Westerschelde: hij leeft graag in getijdengebieden waar plekken aanwezig zijn die bij eb droogvallen. In België worden ze door het strakke verloop van de kust zelden gezien. Ze hebben een sterke voorkeur voor rustige plekken, zonder menselijke aanwezigheid. Tijdens hoog water zwemmen gewone zeehonden naar andere, vaak diepere delen om te foerageren. Een enkele keer komt een gewone zeehond bij riviermondingen of zelfs in (zoete) binnenwateren.
De natuur rond de Schelde inspireert Rita; lees haar nieuwe gedicht onder haar foto's:

ongestoord één met de zee, lucht en meeuwen
alleen het ruisen van de branding
of het neerstorten van een grote golf
soms gestoord door zware dieselbrommen
uitzicht op een oceaanmastodont
geur van zilt, zeekraal en lamsoren
meeuwen deinend op de golven
wachtend op hun maaltje
dat komt strakjes vrij
steltlopers die pikken in de modderbrij
haute cuisine van zeepieren en leeglopers
op de inmiddels bijna aan het oog ontrokken vloedlijn
keurt een stroper-jutter zijn netten,
een kare vangst
een zeehond dartelt, springt, duikt
en heeft een zeebaars gevangen voor de lunch
cri-cri (zwaluwen) komen snoepen
zelfs vleermuizen bij avondstond
geen barbies, 6-paxs, en stink antizonnebrand
de stilte van het water, die ver van stil is,
daalt op je neer, hooguit denkend : waarom verliet ik ooit de zee.......
voor mij
Meer weten over de zeehond die we hier in de regio tegen komen? Rita zocht het voor je op:
In zee en op het droge
De gewone zeehond kan goed zwemmen en bereikt hiermee snelheden tot 35 km/uur en hij kan duiken tot 500 m diep. Hij zwemt meestal 6-7 kilometer per uur, onder het wateroppervlakte met golvende bewegingen en hij gebruikt dan zijn achtervinnen om vaart te maken en zijn lichaam en voorvinnen om te sturen. De gewone zeehond moet regelmatig boven water komen om adem te halen, meestal na 15 minuten soms wel 20-30 minuten. Bij het boven water komen gaan de neusgaten open, die tijdens het zwemmen zijn gesloten.
Op het land beweegt de gewone zeehond zich voort door zijn lichaam met behulp van de voorste vinnen over de grond te slepen (ook wel bobberen genoemd). Ondanks dat hij op korte afstanden nog redelijk snel is, is hij aan land meestal extreem voorzichtig en schuw en is het bijna onmogelijk om dichtbij te komen zonder dat hij het water in vlucht. In het water leven gewone zeehonden solitair, maar ze rusten vaak in grote gemengde groepen die enkele tot honderden dieren groot kunnen zijn.
De getijden bepalen de activiteiten van de gewone zeehond. Bij vloed wordt er gejaagd en bij eb, wanneer de rustplaatsen droog komen te liggen, wordt er gerust. Zeehonden kunnen zowel op het droge als in het water slapen. In het water slapen ze rechtop drijvend als een grote dobber, horizontaal drijvend aan de oppervlakte maar soms ook geheel onder water. Het zonlicht draagt niet allen bij aan het drogen van de vacht maar ook aan de productie van vitamine D. De gewone zeehond heeft zowel op het land als op het water een uitstekend gezichtsvermogen. Ook zijn gehoor is uitstekend.
De gewone zeehond eet voornamelijk bodemvissen, zoals platvis. Hij heeft echter geen specifieke voorkeur en zijn voedselsamenstelling hangt af van het jaargetijde, het aanbod en de plek waar hij is. Al heeft hij de neiging om zich per seizoen op maar een vissoort te richten. Zo eet hij veel bot, schar en tong maar ook haring, kabeljauw, wijting en zandspiering. Ook garnalen, weekdieren en inktvissen worden gegeten en jonge zeehonden eten ook op de bodem levende kreeftachtigen, garnalen en weekdieren. In de Nederlandse wateren is bot de belangrijkste voedselbron. Een gewone zeehond eet 4 tot 8 kilo vis per dag, afhankelijk of hij vette vis (zoals haring en makreel) of magere vis (zoals platvis) eet. Met het voedsel krijgt de gewone zeehond zijn vocht binnen, want hij drinkt geen zeewater.
Leefgebied
Meestal zoeken gewone zeehonden het hele jaar voedsel rondom hun voortplantings- en rustgebieden. Hierbij kunnen ze soms tot 60 km van de rustplek gaan om te foerageren. De meeste gewone zeehonden blijven in het gebied waar ze bekend zijn en er is ook weinig seizoenstrek. Wel treedt uitwisseling op tussen de verschillende gebieden waar de soort voorkomt, met name door jonge dieren. En sommige dieren zijn echte zwervers, en kunnen voor een langere periode wegblijven of zich in andere gebieden vestigen.In Nederland geboren jongen kunnen bijvoorbeeld naar Bretagne of de Duitse Waddenzee wegtrekken, of andersom.
Voortplanting
De paartijd van de gewone zeehond valt in juli en begin augustus. Voor de paring vindt een baltsritueel plaats in het water, waarmee het mannetje het vrouwtje probeert te versieren. Daarna vindt de paring plaats in het water, waarbij het mannetje het vrouwtje in de hals bijt.
Na tien maanden wordt er meestal één jong, soms een tweeling, geboren. De eigenlijke draagtijd duurt echter maar zeven maanden, want door een verlengde draagtijd (het bevruchte eitje nestelt zich niet meteen, maar pas na drie maanden, in de baarmoeder) komt de embryo pas tot ontwikkeling in november of december. Van mei tot juli worden de jongen geboren, met een piekperiode in de tweede helft van juni.
Een jong wordt aan land, op een zandplaat of op de rotsen, geboren en kan dan direct zwemmen en duiken, zodat ze met de daaropvolgende vloed al met hun moeder mee kunnen zwemmen. Na twee dagen kan het jong al twee minuten onder water blijven. Gedurende 3-6 weken zoogt de moeder het jong iedere drie-vier uur, op het land of in het water, tot het jong een gewicht van ongeveer 24 kg heeft bereikt. Tijdens de zoogperiode beschermen de vrouwtjes de jongen tegen vijanden. Bij groot gevaar duikt de moeder met het jong in de bek het water in, waarbij ze vaak ook onder water duikt. Na de zoogtijd verlaat de moeder het jong om opnieuw te paren en gaat het jong over op het eten van vis en moet het voor zichzelf zorgen. Vrouwtjes zijn met ongeveer 3 jaar geslachtrijp en mannetjes met ongeveer 5 jaar.
(bron: www.zoogdiervereniging.nl/de-gewone-zeehond-phoca-vitulina-vitulina)

