Weerspreuken voor de maand april

• Vroeger waren boeren vertrouwd met weerspreuken die ze uit het hoofd kenden. Deze spreuken waren hun richtsnoer en ze raadpleegden ze voor het zaaien en oogsten van hun velden. Over het algemeen bleken de weerspreuken betrouwbaar te zijn, vooral voor de korte termijn. Spreuken die betrekking hadden op de lange termijn waren daarentegen vaak onjuist.  Vraag je je af of ze deze maand wel accuraat zullen zijn?

April is de vierde maand en telt 30 dagen. De naam "april" komt waarschijnlijk van het Latijnse woord "aprilis", wat betekent "openen" of "ontplooien". Dit verwijst naar het feit dat in de maand april de knoppen van planten en bomen beginnen uit te komen en de natuur ontwaakt uit de winter. De oude Romeinen vierden in april een aantal feestdagen, waaronder de festival van Venus, de godin van de liefde, en het festival van Ceres, de godin van de landbouw,  ter ere van de start van het landbouwseizoen. April is ook bekend als de "grasmaand", omdat het gras dan begint te groeien en het vee weer naar buiten kon om te grazen. Ook wordt in april het paasfeest gevierd, en valt op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente. Dit verklaart ook waarom Pasen soms in maart en soms in april valt.

Al met al heeft de maand april dus een lange geschiedenis en is het een belangrijke maand voor veel culturen en tradities.

• April doet wat hij wil. deze komt altijd uit
• Aprilletje zoet, geeft nog wel eens een witte hoed.
• April veranderlijk en guur, brengt gras en boeren zuur.
• Een droge april is niet alles, veel regen brengt in mei pas groen.
• April koud en nat, veel koren in het vat.
• April vissen bijten niet in aas, maar in je bil
• Als in april de meiklokjes bloeien, dan zal de vorst hen wel verschroeien.
• April nat en koel, maakt de boer een arme dwaas en zijn schuur maar half vol.
• April verlaat zijn staart zoals het weer van Pasen.
• Een april zonder regen is geen goede zegen.
• April en mei zijn de sleutel tot het hele jaar.
• April is de moeder van mei.
• Een koude en natte april, de boeren zijn er niet blij mee, maar de natuur is er wel bij.
• April doet bloeien wat maart heeft gezaaid.
• April heeft vaak een witte rand, maar de bloemen staan wel in brand.
• Zoals de dagen van april zijn, zo zal de hele zomer zijn.
• April in 't land staat geen hittegolf garant
• In april geen zonneschijn, dan krijgt de boer koude wijn.
• April zacht en welgemaakt, geeft goede wijn en koren in de schuur.
• April zuur verzacht met zoete honing
• Een koude en winderige april maakt de boer niet blij, maar de wijnboer des te meer.
• Een droge april is niet zoet, de oogst valt tegen en de wijn is niet goed.
• April toont de gezichten van zon, wind en regen.
• April, slaat zijn winters naar de grond en toont zich een lente toverkracht.
• Als de meiklokjes in april bloeien, dan zal de winter nog lang aanloeren.
• April heeft zijn grappen en grollen, zo kan het vriezen, maar ook stollen.
• Een groene april brengt veel zegen, maar een witte april brengt veel regen.
• April is de maand waarin de vogels bouwen, maar als het regent zijn ze aan het schouwen.
• April moet lachen en huilen, dan kan de boer weer ruilen.
• April is een maand van verandering, van koud naar warm, van zon naar regen.
• April is een maand van groei, van het zaaien van zaden tot het bloeien van bloemen.
• Een droge en warme april geeft de boer veel geluk.
• Een koude en regenachtige april brengt veel bloemen in mei.
• Aprilse regen is goed voor de zegen.
• April, april, het nieuwe groen komt eraan, alles lijkt weer fris en nieuw te bestaan.
• April is de maand waarin de boer begint te ploegen, en de tuinman begint te zaaien.
   

Door : Rita Bardoul - GO-RTV