Saeftinghe herbergt prijswinnende architectuur

De Zeeuwse Architectuurprijs gaat dit jaar naar een gebouw dat maar een enkeling gezien heeft of zal zien. Het veldstation in het Verdronken land van Saeftinghe, een ontwerp van Ro-Ad Architecten uit Middelburg is niet voor iedereen toegankelijk.

Alleen zij die er wat te zoeken hebben, hebben toegang.  Half op de dijk in het oostelijke deel van Saeftinghe staat het nieuwe veldstation. Als toeristische droomplek zou het station het niet slecht doen. Het is echter een plek waar wetenschappers vogels bestuderen en onderzoek doen in het natuurgebied. Voorheen was er op diezelfde plek een klein kotje: het ringstation. 

"Het is een veel betere plek om beslissingen over dit soort natuurgebieden te nemen dan ergens in een kantoor in Middelburg" - Ro Koster

"Het is ook een duidelijke verbetering van wat er ooit stond. Het ringstation was niet meer dan een keet die er veertig jaar gestaan heeft", omschrijft Ro Koster van Ro-Ad-architecten. Het nieuwe gebouw is bepaald meer dan enkel een dak boven het hoofd van vogelonderzoekers en een plek voor gereedschap. "Het gebouw staat met de voeten in  de slik en met de billen op de gasdam. Op de grens van mens en natuur." Het is een wonderlijke combinatie voor architect Koster: "Midden in een natuurgebied zitten, terwijl de schepen vlakbij passeren. Je zou denken dat het er heel erg donker is maar je ziet 's nachts juist een enorme koepel van lichtvervuiling boven Antwerpen. Het is een veel betere plek om beslissingen over dit soort natuurgebieden te nemen dan ergens in een kantoor in Middelburg", vindt Koster. 

Tweedehands
Bij de bouw is maximaal rekening gehouden met de alom aanwezige natuur. Vogels kunnen nesten maken op het dak, het dak moest dus vlak blijven om te voorkomen dat de eieren er af zouden rollen. Insecten vinden er plekjes in de talloze schuilplaatjes die de wandbekleding bieden. "We hebben tweedehands bouwmateriaal gebruikt bij de bouw. Aan de zuidzijde van het gebouw is een glazen wand. Dat was een oude kas. In de winter wordt het gebouw verwarmd omdat de zon daar dan op staat en in de zomer kan die wand open zodat het er doorheen kan waaien. 

Het veldstation van het Zeeuwse Landschap dient als uitvalsbasis voor vogel- en natuuronderzoek in het Natura 2000-gebied. Vanwege die status is het ook niet voor het publiek toegankelijk. Niets vreemds aan voor Koster. "Dat het een gebouw was, bedoeld voor de wetenschap, dat wisten we altijd al. Het veldstation is de wetenschapspoot, de publiekspoot volgt later. Het publiek kan straks vanaf de panoramaheuvel genieten van het uitzicht over het gebied."

Foto's Katja Efftingh / Ro-Ad-Architecten

Door: Guido van der Heijden