Politiek verslaggever Heiko Strietman over het amendement van de oppositie:
Geld uit de pot van de regiodeals willen halen kun je zien als een creatieve oplossing. De vraag is alleen of de provincies, waar deze pot voor bedoeld is, dat ook zo zien. Want er zit 900 miljoen euro in. En voor de Westerscheldetunnel willen ze zo'n 300 miljoen euro eruit halen. Dat is dus een derde.
Dat betekent veel minder sociaal-economische projecten in de regio's die gefinancierd kunnen worden en dus niet door kunnen gaan. Want normaal gesproken is daar geen geld voor. Overigens zou dit voor Zeeland positief uit kunnen pakken. Ze zijn af van een tolvrije tunnel, volgens rapporten zou het een economische stimulans kunnen betekenen voor Zeeuws-Vlaanderen en het is een veel hoger bedrag dan dat Zeeland anders zou hebben gekregen.
Het is maar de vraag of de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en CU daar ook zo naar kijken. VVD heeft zich als enige partij vanaf het begin op de vlakte gehouden als het gaat om het financieren van een (eerdere) tolvrije tunnel. D66 kwam vorig jaar nog met een motie voor een onderzoek, maar daarna verdwenen de signalen om de tunnel eerder tolvrij te willen maken. Datzelfde geldt ook voor de ChristenUnie. Het CDA zegt hardop het nog steeds te willen. Maar via deze weg lijkt de kans klein. De partij is de ontwerper van de regiodeals. Als het CDA voor dit amendement stemt gaat de partij recht in tegen hetgeen de regiodeals voorstaan: geld voor regionale maatschappelijke projecten waar anders geen geld voor is.
Case closed zou je zeggen, maar laat politiek nou zo niet werken. Er is altijd een kans, hoor je alle politici zeggen en een statisticus zou het onderschrijven. Maar hij is klein, zeer klein. Tegelijkertijd zullen politici in zowel oppositie als coalitie zich oprecht de vraag moeten stellen of dit niet de laatste kans is. Want als na woorden daden uitblijven, worden die woorden steeds minder waard.