
De 88-jarige Ko Witte die in wooncentrum Máxima in Terneuzen woont, kan zijn geluk niet op tijdens Koningsdag. Om klokslag negen uur wordt er eindelijk, éindelijk een keer de vlag gehesen. Iets waar hij al jarenlang voor strijdt, maar dat nu toch echt gebeurt. Hij is er emotioneel van.
"We wonen in een woon- en zorgcomplex met de naam Máxima, dan mag er toch een vlag zijn?" - Ko Witte
Bijna 12 jaar lang heeft hij er tot vervelens toe om gezeurd, want: "Hoe is het mogelijk dat een appartementencomplex met de naam van de koningin nooit een vlag uithangt op Koningsdag?"
Het liefst ziet hij zijn eigen vlag wapperen; de vlag die hij tachtig jaar geleden als achtjarige samen met zijn vader hees tijdens de dag van de bevrijding. "Die vlag hebben mijn ouders gekocht in 1935. Tijdens de oorlog konden we hem niet ophangen, maar toen we in 1945 werden bevrijd, heb ik hem samen met mijn vader aan een houten mast vastgemaakt. Die vlag heb ik geërfd en ik heb hem nog steeds."
"Dat je zo wordt tegengewerkt, doet verschrikkelijk veel zeer."
Ko voelt zich koninklijk. Het is hem gelukt!
Het begint jaren geleden met een verzoek bij de VVE voor een vlaggenmast aan de hoofdingang van het complex. "Maar ze werkten niet mee. Ik heb alles geprobeerd, maar iedere keer stootte ik weer mijn hoofd. Ik vind dat erg. Ik voelde me niet serieus genomen en dat doet zeer." De tranen springen in zijn ogen en zijn stem slaat over: "Dat je zo wordt tegengewerkt..."
Na jaren van gesteggel, geduw en getrek, ontdekt medebewoner Leo van Ginneken dat de grond rondom het complex in bezit van de gemeente is en niet van de beheerder. Dan begint het balletje te rollen en het blijft rollen. Tot aan Koningsdag, wanneer de vlag wordt gehesen. "Nu is het eindelijk voor mekoar," zucht Ko tevreden.
Vanaf nu gaat hij de vlag bij alle feestelijkheden de mast in. "Het begint aanstaande dinsdag al, want dan is er hier een echtpaar 60 jaar getrouwd. En natuurlijk bij de dodenherdenking. Zo lang we het kunnen blijven we de vlag hijsen."
Door: Tineke Kerste