Een industrieel restwarmtenet zorgt voor haalbare en betaalbare verwarming in Terneuzen. Dit blijkt uit onderzoek van Quo Mare. Hiermee denkt de gemeente een mogelijke oplossing gevonden te hebben om volledig van het gas te kunnen én in 2045 energieneutraal te zijn.
Het restwarmtenet werkt op basis van water dat door bedrijven als DOW, Yara en Cargill wordt gebruikt voor koeling van machines. Nu wordt dit water nog afgekoeld en op een lagere temperatuur in de Westerschelde of het kanaal geloosd. Door dit warme water in te zetten om woningen en bedrijven binnen de gemeente Terneuzen te verwarmen, zou er minder energie en warmte verloren gaan, en kan dit water nuttig worden ingezet.
Geen verplichting
Hoek wordt gezien als ideale locatie om het restwarmtenet te testen. De inwoners van Hoek zijn door DOW al vroeg betrokken bij het proces, en lijken enthousiast over het initiatief. Wethouder Ben van Assche ziet dit dan ook als een geschikte locatie voor een pilot: “Door het echt te gaan doen verzamelen we meer informatie en krijgen we inzage in de werking.” Daarbij benadrukt de wethouder dat niemand verplicht is om zich bij het restwarmtenet aan te sluiten: “Op het moment dat wij klaar zijn om het warmtenet uit te rollen, is er een periode van acht jaar vastgesteld dat mensen van het gas af moeten. Maar het staat iedereen vrij om zijn eigen warmtebron of een eigen voorziening te treffen.”
Financieel aantrekkelijk
Isolatie van huizen zou met het restwarmtenet minder belangrijk worden. Dit is volgens wethouder Van Assche met name gunstig voor oudere huizen: “Deze woningen kun je minder makkelijk isoleren, maar kunnen wel worden aangesloten op het warmtenet. Dat is financieel veel aantrekkelijker.” Toch blijft het isoleren wel gestimuleerd. “In eerste instantie wordt er gefocust op isolatie om de CO2-reductie te realiseren.”

