Omroep Zeeland verhuist van Souburg naar Vlissingen
woensdag 8 mei om 13:22
De crisisnoodopvang in Terneuzen stroomt langzaam vol. Nadat woensdag de eerste 75 vluchtelingen hun tijdelijke onderkomen hadden gevonden, is inmiddels het maximum van 150 mensen in zicht. Vooralsnog lijkt de situatie in de oude bibliotheek rustig te verlopen en is er geen overlast te gemeld door omwonenden.
De instroom van nieuwe vluchtelingen verliep relatief soepel. Toch was het voor Samantha Strooband van de gemeente Terneuzen af en toe snel schakelen: “Wij hadden totaal geen idee wanneer er nieuwe mensen kwamen, en hoeveel het er zouden zijn.” Dit werd benadrukt toen er plotseling een busje aan kwam rijden. “Ik heb zes mensen uit Budel”, aldus de chauffeur. Verwonderd stapten de zes vluchtelingen het busje uit en vonden ze hun weg richting de ingang van de opvanglocatie. Strooband benadrukt hierbij het belang van een goede administratie. “We moeten echt bijhouden hoeveel mensen er aangekomen zijn. Er zijn 150 plaatsen, en meer ook niet.”
Twee weken
Wethouders Laszlo van de Voorde en Jeroen de Buck zagen met hun eigen ogen hoe de situatie binnen de noodopvang is. Zij zijn tevreden over de eerste dagen: “Er is een heel team van mensen die alles in het werk stelt om iets moois te realiseren”, vertelt Van de Voorde. “Het is heel schrijnend om te zien hoeveel gezinnen met kinderen er zijn.” Hij vindt het jammer dat deze mensen elke twee weken naar een andere locatie in het land worden gebracht: “Dat is verre van zaligmakend. De COA doet een beroep op ons, en we hebben gezorgd voor een goede locatie. Maar elke twee weken ergens anders naartoe gereden worden is niet ideaal.”
Omwonenden
Voor de omwonenden zijn er de eerste dagen nog geen grote veranderingen in het dagelijkse leven te merken. “Je ziet hier en daar wat groepjes met elkaar praten. Dat is eigenlijk alles”, vertelt de bewoner van een woning tegenover de opvanglocatie. De buren merken wel een verschil in communicatie. “Het volume van de gesprekken loopt wel regelmatig op. Maar of ze nou ruzie hebben, of dat ze gewoon zo met elkaar communiceren weten wij niet. Het gaat allemaal niet in een taal die wij kunnen verstaan.”
